Hoewel het Olympisch Handvest de scheiding tussen worstelen en politiek verklaart, werkt dit principe in de praktijk niet goed. Een openbaar evenement van deze omvang kan niet anders dan worden gebruikt in het wereldwijde politieke spel. In 1984, de enige keer in de geschiedenis van de USSR, werden politieke motieven de reden waarom de atleten niet deelnamen aan de Olympische Spelen.
In 1980 werden voor de eerste en als gevolg daarvan de enige keer de Olympische Zomerspelen in de Sovjet-Unie gehouden. Het was een tijd waarin de Koude Oorlog tussen de landen van de socialistische en kapitalistische kampen zijn maximale intensiteit bereikte, wat niet anders kon dan de Olympische Spelen beïnvloeden. De eerste organisatie van een sportevenement van deze omvang in de USSR zou in deze oorlog een krachtig propagandasalvo kunnen worden, dus namen de tegenstanders preventieve maatregelen door een boycot van de Olympische Spelen in Moskou te organiseren. Op officieel niveau werd dit idee voor het eerst besproken in het Britse parlement, en de daaropvolgende introductie van Sovjettroepen in Afghanistan werd de belangrijkste reden genoemd. Officieel namen 64 staten deel aan de boycot van de XXII Olympische Zomerspelen, hoewel de meesten van hen naar de start in Moskou gingen. Dit alles werd een gelegenheid, die vier jaar later leidde tot de niet-deelname van het USSR-team aan de volgende Olympische Zomerspelen in Los Angeles, VS.
Het feit dat atleten uit de Sovjet-Unie niet aanwezig zullen zijn bij de spelen van de XXIII Olympische Zomerspelen werd drie maanden voor de start officieel aangekondigd. De directe redenen waren de weigering van de Amerikaanse regering om schriftelijke garanties te geven aan atleten uit socialistische landen. Bovendien lieten de Amerikanen het schip "Georgia" het land niet in, dat de drijvende basis van de Sovjet-delegatie zou worden. Vervolgens eisten de Verenigde Staten dat de lijst van alle atleten aan de ambassade zou worden verstrekt, hoewel er volgens de Olympische regels geen visum voor hen was verstrekt en Aeroflot geen chartervluchten kreeg voor het vervoer van Olympiërs.
De socialistische landen sloten zich aan bij de boycot, met uitzondering van de VRC en Joegoslavië. Daarnaast werden de Olympische Spelen in Los Angeles op eigen initiatief geboycot door Iran en Libië. Als alternatief voor de zomerspelen van 1984 werden in zes socialistische landen wedstrijden gehouden onder de algemene naam "Friendship-84", waaraan atleten uit 50 landen deelnamen.